Samsung’s premium strategie: van de gigantische Tab S9 Ultra naar eigen chips voor de S26

De strategie van Samsung lijkt zich steeds duidelijker af te tekenen: aan de ene kant inzetten op ultieme hardware-ervaringen met apparaten zoals de Galaxy Tab S9 Ultra, en aan de andere kant de controle over de interne componenten terugpakken om de winstgevendheid veilig te stellen. Waar de huidige generatie tablets nog leunt op processors van derden, wijzen recente geruchten over de aankomende Galaxy S26 op een drastische koerswijziging richting eigen technologie.

Een laptopvervanger met tablet-DNA

Wie kijkt naar de huidige top van de tabletmarkt, kan niet om de Samsung Galaxy Tab S9 Ultra heen. Het apparaat wordt door kenners bestempeld als een van de beste Android-tablets van dit moment, waarbij vooral het gigantische 14,6 inch oledscherm de show steelt. Met een verversingssnelheid van 120Hz oogt alles vloeiend en dankzij de dunne, water- en stofdichte behuizing voelt het geheel premium aan.

Voor veel gebruikers blijkt dit formaat een uitkomst voor specifieke scenario’s. Zo wordt de tablet in de praktijk vaak ingezet als tweede scherm naast een laptop of als ultiem mediacenter. Tijdens vakanties fungeert het grote scherm als ideale televisie voor het kijken van Formule 1 of nieuws-apps, waarbij het overzicht behouden blijft. Ook de inbegrepen stylus en de mogelijkheid om via DeX een desktop-ervaring te creëren, maken dat het apparaat voor sommigen zelfs een laptop kan vervangen, zeker in combinatie met een extern scherm.

De prijs van luxe

Toch is het niet alleen maar lofzang. De omvang van het apparaat werkt soms tegen zich; apps die enkel verticaal functioneren ogen ongemakkelijk op zo’n groot breedbeeldscherm, hoewel de DeX-modus hier vaak een oplossing voor biedt. Daarnaast is de keuze in accessoires beperkt. Gebruikers merken op dat de officiële Samsung-hoezen prijzig zijn en kwalitatief soms tekortschieten, waardoor men vaak uitwijkt naar alternatieven van merken als Spigen.

Het prijskaartje van de Tab S9 Ultra is fors, maar voor de poweruser die media wil consumeren, games wil emuleren of zware multitasking vereist, biedt de combinatie van de huidige Snapdragon-chip en de luidsprekers een ongeëvenaarde ervaring.

Kostenbesparing door eigen Exynos-chips

Terwijl de Tab S9 Ultra nog gebruikmaakt van de dure chips van fabrikant Qualcomm, lijkt Samsung voor de toekomst van zijn smartphones een andere weg in te slaan. Om de stijgende productiekosten het hoofd te bieden, is het bedrijf voornemens om de aankomende Galaxy S26-serie grotendeels uit te rusten met de eigen Exynos 2600-chipset.

Analisten melden dat Samsung hiermee naar schatting 20 tot 30 dollar per toestel kan besparen ten opzichte van de Snapdragon-processoren van Qualcomm. Gezien de enorme productieaantallen kan dit oplopen tot een kostenbesparing van honderden miljoenen. Deze stap is noodzakelijk omdat externe leveranciers zoals TSMC en Qualcomm hun prijzen blijven verhogen, wat de marges van Samsung onder druk zet.

Geen lagere prijzen voor de consument

De nieuwe Exynos 2600 wordt gebouwd op een geavanceerd 2nm-procedé en belooft op papier indrukwekkende prestaties: 25 procent efficiënter en 12 procent sneller dan zijn voorgangers. Samsung hoopt hiermee het gat met de concurrentie te dichten en de kritiek op eerdere Exynos-generaties—die vaak kampten met hitteproblemen en een minder goede accuduur—te pareren.

Hoewel de productiekosten voor Samsung hierdoor dalen, hoeft de consument niet te rekenen op een goedkoper toestel. De besparing lijkt vooral bedoeld om de winstgevendheid van de divisie te vergroten zonder de verkoopprijzen verder te moeten opdrijven. Naar verwachting zal de Galaxy S26-serie, die in maart 2026 op de markt moet komen, in Europa en Azië worden uitgerust met deze nieuwe Samsung-chip, terwijl de Amerikaanse markt en de Ultra-modellen waarschijnlijk vasthouden aan de technologie van Qualcomm.