Karl-Erik Nilsson treedt af na controversiële stemming over Russische jeugdteams

Karl-Erik Nilsson, de eerste vice-president van de UEFA, is afgetreden als hoofd van de Zweedse Sportfederatie na zijn controversiële stem om Russische onder-17 teams weer toe te laten tot Europese competities1. Nilsson was sinds mei verantwoordelijk voor de federatie, die jaarlijks £150 miljoen ($180 miljoen) aan publiek geld verdeelt over de verschillende bestuursorganen in Zweden1. Hij is echter beter bekend als de voormalige Champions League-scheidsrechter die president werd van de Zweedse voetbalbond, een functie die hij eerder dit jaar verliet na een decennium aan het roer1.

Controverse rond de stemming

Nilsson’s positie bij de Zweedse Sportfederatie werd onhoudbaar toen bekend werd dat hij had gestemd voor het gedeeltelijk opheffen van het verbod op Russische voetbalteams, dat sinds de invasie van Oekraïne door Rusland in februari 2022 van kracht is1. Deze beslissing, die een woedende reactie uit Oekraïne en zware kritiek elders heeft uitgelokt, werd genomen tijdens een UEFA ExCo-vergadering op Cyprus vorige week1. Dit zette Nilsson op gespannen voet met het officiële beleid van zowel de Zweedse Sportfederatie als de Zweedse voetbalbond, die nog steeds gekant zijn tegen enige versoepeling van de uitsluiting van Rusland uit internationale competities1.

Gevolgen en verdediging

In een verklaring die vrijdag werd vrijgegeven, zei Nilsson: “De recente media-aandacht en focus op mijn persoon komt het Zweedse sport niet ten goede. De aandacht heeft veel haat en persoonlijke aanvallen teweeggebracht”1. Nilsson is echter niet het enige UEFA ExCo-lid dat onder intense druk staat in Scandinavië, aangezien de Deense voetbalbondvoorzitter Jesper Moller Christensen ook vecht voor zijn baan na zijn steun voor de Russische beslissing1.

Nilsson en Moller hebben geprobeerd hun acties op Cyprus te verdedigen door te beweren dat wat daar gebeurde niet de definitieve beslissing was. In plaats daarvan hebben ze gesuggereerd dat het slechts een aanbeveling was voor de ExCo-vergadering van komende dinsdag op het UEFA-hoofdkwartier in Nyon, Zwitserland1. Deze bewering komt echter niet overeen met het eigen verslag van de UEFA over de gebeurtenissen. In een verklaring die na de vergadering op Cyprus werd vrijgegeven, merkte de UEFA op dat het het eerste sportorgaan was dat Rusland sancties oplegde na de invasie, maar dat het zich ervan bewust was dat “kinderen niet gestraft moeten worden voor acties waarvoor de verantwoordelijkheid uitsluitend bij volwassenen ligt”1.

Toekomstige gevolgen

De tegenstand tegen de terugkeer van Rusland, zelfs als het alleen voor jeugdteams is, zonder volkslied, vlag of nationaal tenue, lijkt niet af te nemen, zoals de gedwongen exit van Nilsson suggereert1. Drie van de vier andere UEFA-vicevoorzitters – David Gill van Engeland, Zgibniew Boniek van Polen en Laura McAllister uit Wales – onthielden zich van stemming op Cyprus, en de lidstaten die zij vertegenwoordigen, hebben allemaal gezegd dat zij niet tegen Russische tegenstanders zouden spelen, net als de Scandinavische landen1. Zweden, dat in feite het Europees kampioenschap voor vrouwen onder 17 jaar in 2024 organiseert, heeft gezegd dat het geen Russisch team zou toelaten om deel te nemen1.